
'Ik wist wat ik wilde, durfde ervan te dromen, maar durfde het nog niet te doen. Toen kwam Jaco op mijn pad. Hij liet me tijdens één gesprek uitspreken wat ik wilde, liet me tekenen hoe ‘de overkant’ er uit zou zien, schoof tafel en stoelen opzij en liet me letterlijk naar de overkant springen. Eerst deed ik dat aarzelend voorzichtig, en toen hij mij uitdaagde het opnieuw te doen, sprong ik daadkrachtig naar de andere kant van de kamer; de overkant, mijn droom. Een giechel kwam los en het voelde goed en vrij. En die sprong, tja, die viel eigenlijk best mee. Na die eerste symbolische sprong, onder aanmoediging van Jaco, ben ik gaan doen, stappen gaan zetten, en heb ik de echte sprong gemaakt. Dat ene gesprek, zo daadkrachtig en to-the-point, heeft mij het zetje gegeven. Knap hoe Jaco dat in een uurtje voor elkaar heeft gekregen.’